Brandweerkazerne Made – woensdag 24 februari

Op woensdag 24 februari deed de minister van defensie – Ank Bijleveld (CDA) West-Brabant aan in een tour van verschillende werkbezoeken. In de gemeente Drimmelen bracht ze een bezoek aan de brandweerkazerne van Made. De lokale CDA afdeling organiseerde een coronaproof werkbezoek voor de minister, zodat zij op een goede manier in gesprek kon met de lokale brandweerlieden.

Brandweermannen Anton van Beek en Martijn Veenstra lieten met trots hun mooie kazerne zien. Hun ervaringen en uitdagingen boden ruime gespreksstof. Zo vertelde beide heren dat ze wanneer hun pieper gaat 45 seconden hebben om te reageren. Op deze manier wordt zo snel mogelijk een team samengesteld dat op de noodsituatie afgaat. De brandweer in Made is een geoliede machine zo bleek al snel. Een club mensen die vanuit verenigingsgevoel met hart voor de zaak zich inzetten voor het lokale belang. De minister concludeerde dan ook dat ze deze houding herkent op haar ministerie bij haar militairen, maar ook bij politieagenten. Een dienstbare houding, aan iets dat groter is dan je eigen persoon.

In het gesprek passeerden vele onderwerpen de revue. De brandweerkazerne in Made is het thuishonk van vrijwillige brandweerlieden. Naast hun standaard oproepbaarheid hebben zij een baan in het dagelijks leven en veelal een gezin. Velen van hun hebben hier specifieke keuzes in gemaakt, zodat hun baan aansluit op hun vrijwillige passie. Ondanks dat de kazerne in Made goed is bezet met manschappen, is ook in onze gemeente altijd ruimte voor fris bloed. Aanmeldingen zijn dan ook altijd welkom, zo werd al snel duidelijk. Binnenkort start de ‘part-time hero campagne’ weer om hier specifiek aandacht voor te vragen.

Na een uur waarin een rondleiding en goed gesprek plaatsvond, kon minister Bijleveld weer op pad naar de volgende gemeente. Zowel het CDA Drimmelen als de Brandweer Made zijn trots op het werk dat hier met zo veel inzet wordt gedaan. Voor het CDA is het duidelijk. De brandweer is één van de pijlers van onze veiligheid en dit moeten we blijven benoemen

Deel dit:

Geef een reactie